Onbevangen in pastel

Een lijst – wit met goud- daarin een pastelportret. Een pasteltekening maken zit op het randje van schilderen en tekenen. De zachte textuur van het materiaal en de intensiteit van de kleuren zijn te vergelijken met verf. De handeling heeft fysiek meer connectie met tekenen.

Achterop een sticker van L.P. Oudewaal & Zn. Kazernestraat 114a Den Haag. Een kunsthandelaar in lijsten en restauratie van schilderstukken.

Een Haags meisje. Jaren zestig, aan het kapseltje te zien. Te jong om al echt een vrouw te zijn. Misschien was het daarom het juiste moment om haar voor eeuwig te vangen. De verandering is nog niet echt zichtbaar maar toch is er al iets gaande. Nu of nooit, moeten haar ouders hebben gedacht. Zij weten immers dat het kinderlijke verdwijnt en nooit meer terugkomt.

Het meisje zelf wacht af. Ze kijkt naar ons, geen benul van welke grote veranderingen er in haar lichaam en geest worden voorbereid. En welke sociale veranderingen dit met zich zal meebrengen. Het gestreepje truitje als metafoor. Precies op de grens van een vrolijke onschuldig kindertrui en een klassiek marine-item voor een jongedame.

De transformatie van kind naar vrouw. Zelf heeft ze er geen zinnig woord over te zeggen. Misschien merkt ze wel iets, al is het moeilijk om precies te benoemen wat er dan anders is. Misschien mag ze ineens dingen die ze eerst niet mocht. Of worden haar vragen gesteld die ze nog nooit heeft gehoord. Mag ze plaatsnemen aan de tafel van de volwassenen en niet meer bij de andere kinderen. Daar zit iets van het merkbare.

Als kind ben je weinig bewust van de fysieke verschillen tussen jezelf en de andere kinderen. Als je klein bent en op straat een onbekend kind ontmoet zegt je moeder: “Kijk, nog een kindje.” Vervolgens loop je op dat kindje af en draai je er een rondje omheen. Je trekt het andere kindje even aan zijn oor, om te zien of dit eraan vastzit. Welke geslacht dit kindje heeft doet er niet toe. Het is net als jijzelf gewoon een kindje. De wereld bestaat uit kindjes en papa’s en mama’s. Heel eenvoudig.

Als je groeit wordt je bewust van de verschillen met de anderen. Iemand anders in de klas heeft dikker haar, is groter, heeft al borsten of kan zich schijnbaar zelfbewust presenteren. Als kind zou je ongedwongen op iedereen afstappen maar zodra de puberteit zich voordoet verander je in een schuchtere puber, met weinig zelfvertrouwen. En dat kom je dan tegen in alle relaties die je aangaat als frisse tiener.

Stel je voor dat we ons hele leven aan zo’n introductie zouden blijven vasthouden: “Kijk, nog een oude van dagen” in het verzorgingshuis, of wanneer je een nieuwe aantrekkelijke verkering ontmoet: ”Kijk, ik ben ook een mens. Zullen we verkering nemen?” En je drukt jouw toekomstige partner even speels op de neus.

Als je schattig genoeg bent kom je er misschien mee weg. Maar ja, wie is er nog schattig?

Blog-archief

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *