
Terwijl ik een karretje voorttrek in de supermarkt passeer ik een moeder met twee kleine meisjes. Eén, van vier jaar schat ik, is in het roze gekleed en kijkt geïnteresseerd in mijn mandje. Ze fladdert achter mij aan en als ik stop bij de broodjes komt ze doelgericht op mijn mandje af.
Ziet mijn mandje er beter uit? vraag ik haar.
Ja, zegt ze.
Wat vind je dan het lekkerst in mijn mandje?
Afgaande op haar kleding weet ik het wel: de schitterende roze koeken van de banketbakker! Met dik roze glazuur en verpakt in goud, alles waar een traditioneel prinsesje warm voor loopt.
Ze wijst de roze koeken aan.
Misschien kun je aan je moeder vragen of ze ook zulke koeken in jullie mandje wil stoppen? Deze koeken ga ik namelijk met iemand anders op eten, zeg ik terwijl ik direct spijt heb als ik haar teleurgestelde kindergezichtje zie.
De blik van moeder, inmiddels naast mij, voorspelt niet veel goeds. Ze roept haar dochter. Ik zeg het meisje gedag en zeg snel iets zoets over haar roze rokje.
Een concept om vrolijk van te worden: ongegeneerd achter een ander aanlopen en verlekkerd kijken naar datgene wat iemand heeft. En er volgens naast gaan staan en het aanwijzen. Hoe duidelijk wil je het hebben?
Later die dag trekt deze houten prinses mijn aandacht, op een plankje tussen fel gekleurd plastic speelgoed, ergens in een kringloopwinkel.
Het is een SEVI trekpop. Het merk is opgericht in 1831 door houtsnijder Josef Anton Senoner, in Val Gardena in de Italiaanse alpen. Eerst sneden ze vooral religieuze houten figuren voor katholieken, later ook houten kinderspeelgoed.
Met wat goede wil zie ik wel een Sissi in deze houten rococo prinses. Speelde dat ook niet ergens in de Alpen?
De koninklijke coiffure hoog getoupeerd en vervolgens geboetseerd tot een mooie bolvormige beslagkom. Die andersom op je hoofd staat, dat dan weer wel. Aan weerszijde van het elegante hoofd, net onder die kom, twee dikke vlechten.
Wijd uitlopende fladdermouwen, want deze prinses doet niet aan afwassen. Ze mag zich nergens over bekommeren. Ze hangt alleen fraai te wezen. De sierlijke benen in een witte maillot bungelen onder haar jurk uit. Net als de armpjes, klaar om omhoog gehesen te worden.
Maar ja, daar hang je dan met al je pracht en paal. De enige beweging komt als iemand aan jouw touwtje trekt. Verlangend wacht je af. Je kan niet anders.
Gelukkig hangt ze nu in mijn trapgat. Daar is veel loopverkeer, dus altijd wel iemand die zin heeft om te trekken. En dan wordt deze prinses ineens dartel.
Al zou ze vast ook graag in andermans winkelmandje naar roze koeken willen gluren.